Kijken zonder kennis. Nauwkeurig waarnemen wat je ziet, zonder direct te duiden. Wie met zo’n open vizier om zich heen kijkt, is in staat compleet nieuwe dingen te ontdekken: over de wereld, over zichzelf, en over kunst. Maar hoe schudden we onze vertrouwde, vooringenomen kijkwijze af? Het Kijkdokter Kaartspel kan ons daarbij helpen. Een gesprek met de makers.

Kijkoefeningen

‘Bijvangst’ noemen de makers het Kijkdokter Kaartspel bescheiden, omdat het idee voortvloeide uit hun werk voor het programma OGEN WIJD OPEN! in het Radboudumc. Sinds 2016 kunnen Nijmeegse geneeskundestudenten in dat programma oefenen om aandachtiger en met meer empathie naar patiënten te kijken. Daarvoor wordt de Amerikaanse methode van art based medical learning toegepast, waarbij kunst het leermiddel is.

Op verschillende locaties – een museum, een danszaal of in de natuur – krijgen de studenten kijkoefeningen aangereikt van zogeheten ‘kijkdokters’: een team van acht kunstenaars en vijf artsen. Tijdens die sessies trekken de kijkdokters geregeld toeschouwers: museumbezoekers die geïntrigeerd raken door de oefeningen die de studenten krijgen. Dikwijls haken toeschouwers aan, met bijzondere gesprekken tot gevolg. Door dat enthousiasme besloot het kijkdokter-team de sessies niet langer alleen voor geneeskundestudenten beschikbaar te maken. ‘Omdat er zoveel méér in de wereld is dat op aandachtig en ruim kijken wacht’, staat in de introductie van het spel. Maar hoe oefen je dat, ruim en aandachtig kijken? Het antwoord is simpel: door een kaart uit het Kijkdokter Kaartspel te trekken en de kijkoefeningen uit te voeren.

Nauwkeurig observeren

Zo laat kijkdokter Hans Aarsman de spelers een kunstwerk opzoeken dat een landschap voorstelt, waarna ze moeten tellen. Wolken, mensen, planten, dieren. ‘Op die manier beoordeel je niet meteen wat je ziet, maar ga je terug naar de beschrijving’, vertelt Hans. ‘Als we iets zien, zijn we namelijk geneigd meteen in de interpretatie te springen, dat is een soort overlevingsstrategie, om te zien of dingen wel of niet gevaarlijk voor je zijn. Maar als je dingen wilt bestuderen is beschrijven heel belangrijk, en dat kost grappig genoeg heel veel energie, want je wilt steeds die stap naar de interpretatie maken.’ De basis van alle kijkdokter-oefeningen, benadrukt Hans, is goed kijken wat je eigenlijk voor je neus hebt. Daarom sloot de methode ook aan op het medisch onderwijs: omdat dokters bij uitstek nauwkeurig moeten observeren, vertelt hoogleraar oogheelkunde en kijkdokter Jan Keunen: ‘Dat is een cruciale vaardigheid voor de verbetering van de patroonherkenning van jonge dokters. Daardoor kunnen zij beter het ziektebeeld van een patiënt herkennen en dus beter diagnoses stellen.’

De vertaalslag van de praktijk naar het spel werd gedaan door Let Geerling, hoofd van het Radboud-programma Kunst en Cultuur. Van de kijkdokters kreeg zij schriftjes met daarin hun oefeningen, soms wel meer dan 80. Zij selecteerde per kijkdokter drie à vier vragen die voor alle denkbare spelers in elke (museum)situatie te spelen zijn. De vragen zijn steeds kenmerkend voor de methode van de betreffende kijkdokter. Zo vraagt tekenaar Jan Rothuizen de speler om na afloop van het museumbezoek buiten op zoek te gaan naar kunst – daar vindt Rothuizen namelijk zijn eigen inspiratie. Hij is tevens verantwoordelijk voor de tekeningen die het spel sieren. Als ik ze illustraties noem, vertelt Jan dat hij ze willekeurig, als ‘strooigoed’ over het spel heeft verdeeld. ‘Er is geen directe relatie tussen de vragen en de afbeeldingen. De enige samenhang is dat de tekeningen allemaal over kijken gaan, maar je kunt nooit precies vertellen wat er gebeurt’, licht hij toe.

Omdat ik onbewust een verband tussen de vragen en de tekeningen veronderstelde, heb ik ze ‘verkeerd’ geïnterpreteerd. Die ontdekking raakt aan de crux van het spel, zoals treffend verwoord in een opdracht van beeldend kunstenaar en kijkdokter Roy Villevoye: ‘Probeer vijf minuten hardop te beschrijven wat je feitelijk ziet, dus niet wat je denkt te zien.’ Om onze constante behoefte aan interpretatie in te tomen, bevat het spel ook een kaart met instructies die op mantra’s lijken: ‘Kijk zelf, denk zelf, gebruik je fantasie. Fouten maken kan niet’ en ook ‘Maak je los van het idee dat je iets van kunst zou moeten weten.’

Kijkplezier

Dat laatste advies is koren op de molen van Fusien Bijl de Vroe, directeur van de Vereniging Rembrandt, die ook input voor het spel leverde: ‘Ik merk vaak dat mensen een drempel over moeten om een museum in te gaan, omdat ze denken: ik weet niks. Voor mensen die daardoor een beetje bang zijn voor kunst, zijn dit fantastische oefeningen.’ Als je gewoon durft te kijken, is een museumbezoek namelijk net zo laagdrempelig als wandelen, vindt zij: ‘Iedereen durft de natuur in te gaan en te zeggen: wat een mooie boom, ongehinderd door de vraag of het een eik of een beuk is. Goed kijken en gewoon durven genieten is volgens mij de basis van kunst beleven.’ Dankzij het programma aan het Radboudumc kunnen al heel wat jonge dokters op deze manier van kunst genieten. En wie dat kan, mag zichzelf een kijkdokter noemen. Dankzij dit spel is die titel, maar vooral het kijkplezier dat daarbij hoort, nu voor alle leden van de Vereniging Rembrandt binnen handbereik.

Het Kijkdokter Kaartspel is hier te bestellen.

Tekst interview: Laurens Meerman