Van ons allemaal sinds 2019

In het najaar van 1883 verbleef de jonge Van Gogh bijna drie maanden in Drenthe, waar hij zich richtte op het harde boerenbestaan in de onherbergzame veengebieden. Dit schilderij van een eenzame figuur, bezig met het verbranden van onkruid in de avondschemering, is een van de vijf geschilderde studies uit deze periode. Uit een brief die de kunstenaar rond 22 oktober 1883 aan zijn broer Theo schreef, blijkt dat hij enige tijd geboeid was door ‘dat onkruidverbrandertje’. Het was hem vooral te doen om de lichteffecten van de zon en het vuur en het verbeelden van de grote, lege vlakte.

Waarom gesteund

Deze geschilderde studie is een gezamenlijke aankoop van het Drents Museum en het Van Gogh Museum. Voor het Drents Museum, dat slechts één schilderij uit Van Goghs Drentse periode bezat, biedt het werk de gelegenheid om het verhaal van zijn verblijf in die provincie beter te vertellen. Voor het Van Gogh Museum is de aankoop ook om een andere reden interessant: in de collectie van het museum bevindt zich de brief waarin Van Gogh deze studie beschrijft met een schetsje erbij.

Met dank aan

Aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Claude Monet Fonds, haar Hendrickje Fonds en de jaarlijkse bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds), het Mondriaan Fonds, de BankGiro Loterij en vanuit het Drents Museum: de provincie Drenthe, het Beringer Hazewinkel Fonds, de Stichting Vrienden van het Drents Museum en de Stichting Steunfonds, en vanuit het Van Gogh Museum: de Vincent van Gogh Stichting