Figuratieven van betekenis

Het is fascinerend dat Museum Boijmans, waar de internationale avant-garde al in de jaren 20 en 30 welkom was, in diezelfde jaren en met dezelfde inzet ook figuratief werk van eigentijdse kunstenaars heeft verzameld. Koch, Ket en Willink werden net zo direct uit het atelier gekocht als Mondriaan, en kennelijk wrong dat destijds niet. Na de Tweede Wereldoorlog lag dat veel gevoeliger, omdat de figuratieve kunst als zodanig werd geassocieerd met de kunst die door Hiltler en Stalin was geprotegeerd, terwijl de kunstenaars die de zichtbare wereld hadden vervormd of losgelaten het werken was verboden. De kunst van deze internationale avant-garde werd na 1945 de norm. De traditionalisten daarentegen werden hooguit nog als misleide provincialen in enkele provinciale musea getoond. Dat beeld is de laatste jaren aan revisie onderhevig. Ook in de figuratieve schilderkunst van de jaren 20 en 30 zijn in Nederland en elders een aantal onderling verwante kunstenaars actief geweest, die inmiddels internationaal worden opgemerkt. Samen getoond worden ze helaas zelden.

Te zien

Bekijk ook

Zaal 34 en 35

zaal 34 en 35