De dag begon vroeg. Terwijl de zon en maan nog samen waren te zien, vertrokken we vanuit Groningen op weg naar Maastricht. Een week voorafgaand aan ons vertrek was het nog onzeker of we zouden gaan, maar nadat we informatie hadden ontvangen over een bijzondere vroeg-18de-eeuwse zonnewijzer uit Groningen die te koop zou worden aangeboden, konden we niet anders dan gaan kijken. Echte voorbereidingstijd was er niet, aangezien we de informatie heel kort van tevoren toegestuurd hadden gekregen. De sfeer in de auto was aanvankelijk ontspannen, maar naarmate we dichter bij Maastricht kwamen, nam de spanning toe. En dat was niet zonder reden, want op de TEFAF zou het allemaal echt beginnen.

We wisten al dat de zonnewijzer bij Galerie Kugel op een prominente plek bij de hoofdingang stond. Desondanks waren we volledig overrompeld toen we hem zagen. Er bestaat namelijk geen gelijke op de wereld. Met zijn imposante hoogte van bijna drie meter is de zonnewijzer een ongeëvenaard symbool van ambitie en kennis. Uit eikenhout gesneden en versierd met putti, allegorische figuren en ornamenten, is het een indrukwekkend voorbeeld van artistiek en wetenschappelijk vakmanschap uit Groningen. Het object toont aan dat de Groninger elite ernaar streefde zich op hetzelfde niveau te positioneren als hun tijdgenoten elders in Europa en breekt met het idee van de Ommelanden als achterland. Bovendien laat de zonnewijzer zien hoe in Groningen de wereldwijde machtsverhoudingen van die tijd werden weerspiegeld, waarbij een specifieke hiërarchie wordt gesuggereerd. Deze verhalen vormden het belangrijkste motief om de zonnewijzer naar Groningen terug te willen brengen. Snelle actie was dan ook geboden. Er waren namelijk andere geïnteresseerden, en voordat deze fantastische zonnewijzer in een privécollectie zou eindigen, was het nu of nooit.

Est
© Galerie Kugel

De vier zijden van het onderste niveau zijn omlijst door vergulde tulpen en acanthusbladeren. Op de oostzijde bevindt zich een diagonale as met een gnomon voor het aflezen van de ochtenduren (van 4.00 tot 11.00 uur). De schaduwwerper, of gnomon, projecteert de tijd door een schaduw te werpen, en een kleine inkeping, of index genoemd, op de schaduwwerper helpt bij het aflezen van de datum. De tabel onderaan geeft de tijden aan van zonsopkomst en -ondergang bij de intrede van de zon in de dierenriemtekens.

Herkomst

Over de herkomst valt niet te twijfelen. Het familiewapen met drie gouden lelies, aangevuld in het schildhart met een kleinere gouden ster, verwijst naar de familie Alberda en is daarmee duidelijk te herleiden tot Groningen. De familie Alberda was een van de voornaamste geslachten uit de provincie. Het monogram W.A. verwijst naar een Willem Alberda, in dit geval hoogstwaarschijnlijk Willem Alberda van ’t Zandt en Godlinze, later bekend als Willem Alberda van Dijksterhuis (1674-1721). Deze notabele woonde tussen 1703 en 1706 op een borg in het Groningse dorp Godlinze. ‘Hoogstwaarschijnlijk’, omdat er rond dezelfde periode nog twee andere Willem Alberda’s leefden. Het Groninger Museum wijst echter naar deze Willem Alberda omdat de zonnewijzer, naast monogram en familiewapen, ook coördinaten bevat die precies overeenkomen met de ligging van het huidige Godlinze: 53 graden en 22 minuten.

Nu mag je deze coördinaten met een korreltje zout nemen; op oude kaarten uit die tijd wijken ze immers soms van elkaar af. Bovendien verhuisde Alberda na 1706 naar borg Dijksterhuis in Pieterburen, een dorp ten noordwesten van Godlinze waarvan de coördinaten twee minuten afwijken, wat gelijkstaat aan twee zeemijlen. Toch blijft deze Alberda de meest aannemelijke kandidaat. In de periode waarin de zonnewijzer werd gemaakt was hij namelijk als enige Willem actief binnen het academische milieu van de universiteit in Groningen, bovendien had hij al eerder opdrachten verstrekt aan de beeldsnijder Jan de Rijk (1661-1723), aan wie het werk wordt toegeschreven vanwege de gelijkenis met ander houtsnijwerk van zijn hand. De Rijk, afkomstig uit Enkhuizen, vertrok in 1691 naar Groningen en was rond 1700 een van de belangrijkste beeldsnijders in de regio. Zo werkte hij geregeld samen met de Groninger stadsbouwmeester Allert Meijer (1654-1723). Wanneer deze ontwerpen maakte die beeldhouwwerk vereisten, kreeg De Rijk dan ook vaak de opdrachten om dit uit te voeren. 

Bijlage 5
© Galerie Kugel

De vier zonnewijzers op het tweede niveau zijn gericht op het noordoosten, noordwesten, zuidoosten en zuidwesten en zijn 45 graden gedraaid voor extra nauwkeurigheid. Ze zijn omlijst met vergulde tulpen, acanthusbladeren, vruchten en bloemen. De zuidoostzijde (op de foto links) toont het Tychonische model van het zonnestelsel, terwijl de noordoostzijde het Ptolemaeïsche model weergeeft.

‘Grote Sonnewijser’

Terug in het heden rest de vraag hoe deze zonnewijzer in hemelsnaam vanuit Noord-Groningen bij Galerie Kugel in Parijs is terechtgekomen. Tot onze grote spijt is daar tot nog toe niets over teruggevonden. In 1964 heeft de zonnewijzer, die toen ook al in het bezit was van Kugel, op de Biennale des Antiquaires in het Grand Palais gestaan. De link met Groningen was toen nog niet gelegd. Pas tijdens de voorbereiding voor de TEFAF van 2024 werd die duidelijk. Vandaar dat de zonnewijzer ook zo lang onopgemerkt bleef door het Groninger Museum. Enige historische documentatie uit de 18de eeuw die meer informatie over de zonnewijzer zou kunnen opleveren was er ook niet, tot afgelopen zomer. De wijzer stond al enige tijd als beoogde aankoop in het Groninger Museum toen de historicus Martin Hillenga een ontdekking deed in de Groninger Archieven: een document uit 1785 dat verwijst naar een ‘Grote Sonnewijser’ die op de ‘Zaal’ van Dijksterhuis stond. De vooraanstaande locatie – áls zonnewijzers al voorkwamen in boedels, was dat doorgaans in ruimtes die bestemd zijn voor de opslag van tuinornamenten – doet vermoeden dat het om het hier beschreven exemplaar gaat. De zaal was immers het belangrijkste vertrek van de borg. Vervolgonderzoek moet aantonen waar de zonnewijzer in de tussenliggende tijd is geweest. 

Zonnewijzer Heinz Aebi 10
© Heinz Aebi

Personificaties van Afrika en Amerika.

Betekenis en functie

Over de zonnewijzer valt zoveel te vertellen en hij roept zoveel vragen op voor verder onderzoek, dat het onmogelijk is dit in een kort artikel allemaal te benoemen. Aan de voet van de zonnewijzer zien we de personificaties van de toen vier bekende continenten. Afrika wordt verbeeld door een naakte figuur met een tooi van een olifant. Mogelijk hield zij oorspronkelijk een scepter of slagtand in de hand. Amerika is afgebeeld met een verentooi, een pijl en een hoofdje onder haar arm. Europa draagt een kroon en houdt een boek vast, vermoedelijk had ze ook nog een scepter. Tot slot Azië: uitgedost als Ottomaanse krijger met tulband, kromzwaard en een schild met halvemaantjes. Deze allegorieën suggereren een bepaalde machtsverdeling waarin Europa nadrukkelijk is gepresenteerd als het leidende en cultureel dominante continent.

Kunstenaars en ambachtslieden haalden hun inspiratie voor deze allegorische figuren uit beschrijvingen en illustraties in diverse handboeken, atlassen en andere geografische werken. De Iconologia uit 1593 van de Italiaan Cesare Ripa was zo’n standaardwerk voor allegorische kunst en symboliek. Het is dan ook aannemelijk dat Jan de Rijk in zijn werkplaats toegang had tot dergelijke publicaties.

Op de verschillende niveaus en zijden vertoont de zonnewijzer een reeks gedetailleerde functies. Op het onderste niveau bevinden zich, naast vier zonnewijzers, onder andere een uurwerk en een kalender die zijn omlijst door vergulde tulpenbloemen en acanthusbladeren. Het tweede niveau heeft vier zonnewijzers die op het zuidoosten, zuidwesten, noordoosten en noordwesten zijn gericht. Deze wijzerplaten tonen tevens drie verschillende wereldstelsels en een eclips. Hierboven staan vier putti die de seizoenen voorstellen en een aanvullende zonnewijzer, evenals een eeuwigdurende kalender. Deze kalender, gebaseerd op het Kalendarium Juliano-Romanum Perpetuum van Nicolaas Haring uit 1700, helpt bij het berekenen van de weekdag en van liturgische gebeurtenissen, gedenk- en feestdagen. De buitenste ring van de kalender geeft informatie over maanfases en getijden. De bovenste globe is ook een zonnewijzer geweest. Hierover is echter nog niet veel bekend. 

Zonnewijzer op zaal 2
© Heinz Aebi

De zonnewijzer op zaal in het Groninger Museum.

Conversation piece

Het feit dat de zonnewijzer veelvlakkig en van hout is, is op zichzelf niet ongewoon. Wat de Alberda-zonnewijzer zo uitzonderlijk maakt, zijn de omvang, de kunstzinnigheid en de verscheidenheid aan elementen die hij bevat. Zoals gezegd bestaat er, voor zover ons bekend, geen ander exemplaar in de wereld dat erop lijkt. Bovendien is de buitengewoon goede staat waarin de zonnewijzer verkeert opvallend, iets wat deels te danken is aan het modulaire ontwerp en het feit dat hij, in tegenstelling tot de meeste zonnewijzers, waarschijnlijk binnenshuis – op de ‘Zaal’ – werd gebruikt. Hij moet dan ook eerder als een conversation piece dan als een praktisch meetinstrument hebben gefungeerd – over dit object kun je immers urenlang blijven praten. De zonnewijzer symboliseert hiermee dus niet alleen kennisoverdracht en ambitie, maar diende ook om indruk te maken op gasten.

Groninger erfgoed behouden

Dankzij geslaagde fondsenwerving heeft deze spectaculaire zonnewijzer zijn plek in het Groninger erfgoed gevonden. We zijn onze begunstigers dan ook erg dankbaar. Met zijn indrukwekkende verschijning trekt de zonnewijzer onmiddellijk de blik van de toeschouwer. De overvloed aan informatie die het object biedt, nodigt uit tot verkenning, waarbij de kijker langzaam wordt meegevoerd in de rijke en gelaagde geschiedenis van Groningen. Het is daarom met groot genoegen dat ik kan bevestigen dat de zonnewijzer voortaan een integraal onderdeel zal vormen van onze collectie en een prominente positie zal innemen in de toekomstige presentatie van onze permanente collectie.

 

Edgar Pelupessy is junior conservator Groninger Cultuurgeschiedenis van het Groninger Museum.

Met dank aan Rob van Gent, emeritus wetenschappelijk onderzoeker aan het Mathematisch Instituut (Universiteit Utrecht), en Frans Maes, auteur van Zonnewijzers - zien en begrijpen, uitgave van De Zonnewijzerkring, 2023.

Zonnewijzer Heinz Aebi 5
© Heinz Aebi

De zonnewijzer op zaal in het Groninger Museum.

Eén aanwinst, twee Fondsen op Naam

De aankoop van de grote zonnewijzer is gesteund vanuit twee Fondsen op Naam bij de Vereniging Rembrandt: het Groninger Fonds en het Molenaar-de Boer Fonds. Een aankoop als deze past uitstekend bij de doelstelling van het Groninger Fonds, in 2018 ingesteld om musea in de stad Groningen en Ommeland te helpen bij aankopen, onderzoek en restauraties. Het Molenaar-de Boer Fonds is een heel jong Fonds op Naam, in 2024 ingesteld vanuit een nalatenschap. Het is bestemd voor de aankoop van kunst en toegepaste kunst door Nederlandse musea, waaronder voorwerpen met een relatie tot de (geschiedenis van de) natuurwetenschappen en natuurkundige instrumenten, bij voorkeur door Teylers Museum in Haarlem en Rijksmuseum Boerhaave in Leiden. Al is de aankoop niet voor de twee genoemde musea, we hebben zelden een object bij de hand dat zo mooi bij de vrij specifieke doelstelling past en ook nog eens van wereldklasse is.

Meer weten over hoe een Fonds op Naam werkt?

Lees verder over onze fondsen