Het onderzoek

In 2015 deed Hilbert Lootsma onderzoek naar de ontwikkeling van het Stedelijk Museum de Lakenhal in Leiden. Zijn onderzoek vormde mede de basis voor een tentoonstelling in het Dordrechts Museum over de ontwikkeling van de stedelijke musea in Deventer, Dordrecht en Leiden. Deze musea representeren elk een focus in hun oorspronkelijke collectiebeleid – op de lokale geschiedenis, de lokale kunst, of op beide. De tentoonstelling Uit Liefde voor de Stad (20 maart 2016 tot 11 september 2016) presenteerde deze verschillen aan de hand van selecties uit de drie museumcollecties en liet het publiek zo nadenken over de betekenis van stedelijke musea. De tentoonstelling werd ontwikkeld in samenwerking met Peter Hecht in het kader van zijn fellowship voor de Vereniging Rembrandt.

Waarom gesteund

De Nederlandse stedelijke musea vinden hun oorsprong vaak in kunst- of oudheidkamers die in de 19e eeuw werden omgevormd tot musea. Gaandeweg verschoof de aandacht voor historische objecten uit de verzameling naar de kunstobjecten. En niet alleen de historische, maar ook de eigentijdse lokale kunst kreeg steeds meer een plek. Zelfs de stedelijke focus verdween naar de achtergrond, om zo publiek van buiten de stad te trekken. Met de groeiende druk op het rendement van musea rijst ook nu weer de vraag welke missie het stedelijke museum heeft. Met het onderzoek en de tentoonstelling werd de ontwikkeling van stedelijke musea belicht en de bezoeker betrokken bij de vraag hoe de collecties van stedelijke musea in de tegenwoordige tijd nog van en voor de stad kunnen en zouden moeten functioneren.