Twee meubelpoten kijken elkaar aandachtig aan...

‘Jij zit goed in je vel! Maar dat mensenhoofd… Een echte leeuw ben je niet.’

- ‘Ben ik ook niet. Ik ben een sfinx. De kracht van een leeuw, het verstand van een mens.’

‘Ah, een sfinx. Dus jij komt uit Egypte?’

- ‘Egypte? Welnee. Ik kom uit het machtige Meroë, waar de Nijl het rijke Nubië doorkruist. En jij? Met al dat marmer zie je er… wat klassiek uit.’

‘Spijker op de kop. Ik kom uit het Romeinse Rijk, de machtigste natie op aarde. Onze keizer Augustus heeft jullie ooit nog eens een lesje geleerd. Maar daarna werd het vrede. En was er handel in overvloed. En wat doe jij in het dagelijkse leven?'

- ‘Ik? Ik ben een beddenpoot, samen met drie andere collega’s. En jij?’

‘Beddenpoot? Poeh, zwaar werk. Af en toe ook wat onrustig, kan ik me zo voorstellen. Nee, dan ik. Ik ben een tafelpoot. Ik draag een marmeren blad, met daarop glaswerk, fruit, een wijnkan. Romeinse luxe! Een goed leven, zolang de barbaren zich koest houden. Wat staan er trouwens voor teksten op jou geschreven?’

- ‘Alle gezondheid en alle vreugde!’

‘Dat wens ik jou ook toe, makker!’

- ‘Hetzelfde voor jou, jonge vriend!’

Bekijk ook

Dordrechts Museum

Dordrechts Museum
Dordrechts Museum_presentatie In gesprek_1