Op onze vraag welk kunstwerk u het liefst weer zou willen zien, werd geen enkel werk zo vaak genoemd als Vermeers Gezicht op Delft in het Mauritshuis. Is het de sereniteit en het nagenoeg ontbreken van stedelijke bedrijvigheid, die onwillekeurig doen denken aan de uitgestorven steden tijdens de lockdown van dit voorjaar, of is dit gewoonweg ‘het mooiste schilderij van Nederland’, zoals een van de inzenders verzuchtte?

Een mysterieuze sensatie

Naast Het straatje in het Rijksmuseum is het Gezicht op Delft het enige bewaarde stadsgezicht van Johannes Vermeer (1632-1675), wat dit in alle opzichten zo geslaagde werk extra intrigerend maakt. Decennia van kunsthistorisch en technisch onderzoek hebben verschillende vondsten en nieuwe inzichten opgeleverd, maar het is onmogelijk dit meesterwerk volledig te doorgronden. De irrationele sensatie – zoals een van onze leden het verwoordde – die we ervaren bij het kijken naar dit schilderij, zal daarom waarschijnlijk ook nooit verdwijnen.

Vermeer Gezicht op Delft

Johannes Vermeer, Gezicht op Delft, ca. 1660-61 | olieverf op doek, 96,5 x 115,7 cm | Mauritshuis, Den Haag

Aandacht voor de atmosfeer

Vermeer kende ongetwijfeld de twee gezichten op Delft die Hendrik Vroom (1562/63-1640) zo’n 45 jaar eerder had geschilderd, want die hingen in het stadhuis van Delft. Deze indrukwekkende stadsprofielen tonen de stad met al haar beeldbepalende gebouwen, omringd door weilanden, houttuinen en een drukke haven. Vermeer koos in zijn gezicht op Delft voor een heel andere benadering. Hij zoomde in op het hart van de stad, en liet de imposante wolkenlucht en het spiegelende wateroppervlak een grote rol spelen in de compositie. Met zijn aandacht voor licht en atmosfeer bracht hij de voorstelling tot leven.

Vroom gezicht op Delft 2 klein en bijgeknipt

Hendrik Vroom, Gezicht op Delft vanuit het noordwesten langs de Vliet, 1615 | olieverf op doek, 75,5 x 166,5 cm | Museum Prinsenhof Delft

Subtiele manipulaties

Gezicht op Delft lijkt een bijna fotografische weergave van de stad zoals die er omstreeks 1660 moet hebben uitgezien. Je zou daarom denken dat Vermeer tot in detail heeft vastgelegd wat hij zag, maar uit onderzoek blijkt dat hij de werkelijkheid enigszins naar zijn hand heeft gezet. Zo paste hij de architectuur hier en daar aan om de compositie te vereenvoudigen en de horizontaliteit van de bebouwing te versterken. Ook de lichtval is zorgvuldig uitgedacht. Door de gebouwen aan het water donker te houden en het licht op de toren van de Nieuwe Kerk en de daken van de daaromheen liggende huizen te laten vallen, creëerde Vermeer dieptewerking. De weerspiegelingen van de gebouwen, die aanvankelijk een stuk korter waren, verlengde hij om het stadsprofiel te verbinden met de voorgrond.


Illusie van realiteit

Vermeer weet in zijn Gezicht op Delft een sterke illusie van de realiteit op te roepen. Het is interessant om dit schilderij eens te vergelijken met stadsgezichten van 18de-eeuwse schilders als Isaac Ouwater (1748-1793). Vermeer en Ouwater streefden beiden naar levensechtheid, maar deden dat op een andere manier. Waar je bij Ouwater bij wijze van spreken van zelfs het verst gelegen huis de bakstenen kunt tellen omdat hij elk detail, elke voeg en elke dakpan afzonderlijk afbeeldde, gaf Vermeer slechts de suggestie van gemetselde muren en pannendaken. Hij begreep als weinig anderen in zijn tijd hoe het menselijk oog de werkelijkheid waarneemt.

Halsbanttoren en Oosterpoort Edam verkleind

Isaac Ouwater, Halsbanttoren en Oosterpoort, Edam, ca. 1785-90 | olieverf op paneel, 33,8 x 43 cm | Museum Edam | gesteunde aankoop uit 2017

Impressionist avant la lettre

Illustratief wat dat betreft zijn de stippen in wit, oker en grijs op een van de afgemeerde haringbuizen rechts, die Vermeer aanbracht om de reflectie van de schittering van het water te suggereren. Hiermee was hij zijn tijd ver vooruit, want pas meer dan tweehonderd later zouden kunstenaars als Claude Monet (1840-1926) en Georges Seurat (1859-1891) de potentie van dit stijlmiddel ten volle benutten. Niet toevallig werd Gezicht op Delft bewonderd door impressionisten, onder wie Camille Pissarro (1830-1903), die het in 1898 zag. Een andere grote liefhebber was de Franse schrijver Marcel Proust (1871-1922), die dit werk het mooiste schilderij ter wereld noemde en het zelfs een eervolle bijrol gaf in zijn romancyclus A la recherche du temps perdu.

Bekijk ook

Twee Japanse tempelwachters

Twee Japanse tempelwachters
Tempelwachters andersom naast elkaar campagne afgesneden