Van ons allemaal sinds 1977

In een brief uit oktober 1884 beschrijft Vincent van Gogh dit schilderij aan zijn broer Theo als 'een groote studie van een populierenlaan met de gele herfstbladeren, waar de zon hier en daar schitterende plekken maakt op de afgevallen blaren op de grond, die afgewisseld worden door de lange slagschaduwen der stammen. Aan het einde van den weg een boerenhuisje, en de blauwe lucht er boven tusschen de herfstblaren door'. De figuur op de voorgrond voegde Vincent toe om het landschap meer te doen spreken. In een andere brief beschrijft hij zo'n donkere blikvanger als een 'spookje'.

Waarom gesteund

Van Gogh was geboeid door het motief van het typisch Brabantse populierenlaantje. Een spectaculair voorbeeld is het grote schilderij van het laantje bij Nuenen, dat zich al vanaf 1903 in Museum Boijmans Van Beuningen bevindt. Een jaar later werd Populierenlaan in de herfst verkocht door de Rotterdamse kunsthandel Oldenzeel aan de verzamelaar J.G.L. Nolst Trenité. Zijn familie verkocht het schilderij in 1977 aan het Van Gogh Museum, dat al een aanzienlijke collectie Brabantse Van Goghs bezat, maar nog geen schilderij van dit geliefde motief.