Deze week staat het poppenhuis van Petronella Oortman uit het Rijksmuseum in de schijnwerper. Florus uit Den Haag, inzender van deze favoriet, stuurde ook een bijzonder verzoek mee: of Vereniging Rembrandt-bestuurslid Jet Pijzel, die als kunsthistorica veel onderzoek heeft gedaan naar 17de- en 18de-eeuwse poppenhuizen, iets over deze zo geliefde miniatuurkunst zou kunnen schrijven. Hieronder haar reactie.


Wie het kleine eert

Door Jet Pijzel

Het gedwongen thuis zitten zonder de mogelijkheid musea, bibliotheken en archieven te bezoeken heeft ook positieve kanten. Zeker als je kort geleden met pensioen bent gegaan en het moment is aangebroken te bezien op welk onderzoeksterrein je in de toekomst nog wil bijdragen. Hoe nuttig is het dan je werkkamer thuis eens grondig op te ruimen en daarbij een keuze te maken uit de vele bronnen en literatuur die de afgelopen 40 jaar voor onderzoek voor publicaties op het gebied van de kunstnijverheid zijn verzameld.

Poppenhuis van Petronella Oortman pronkkeuken

Diverse makers, de pronkkeuken in Het poppenhuis van Petronella Oortman, ca. 1686-1710 | diverse materialen en afmetingen | Rijksmuseum, Amsterdam

Alle voorwerpen in het poppenhuis van Petronella Oortman zijn van de juiste materialen gemaakt en de verhoudingen kloppen precies. Het Chinese porselein in de pronkkeuken is zelfs speciaal voor Petronella via de VOC besteld in China. De kosten voor dit chique miniatuurhuis waren 30.000 gulden, evenveel als een echt pand aan de Amsterdamse Herengracht.

Een enorm voorrecht

Bij het opruimen van mijn werkkamer stuit ik onlosmakelijk op mijn onderzoek naar de 17de- en 18de-eeuwse poppenhuizen, de publiekslievelingen van de nu helaas gesloten musea. Ik heb mij altijd beseft welk een enorm voorrecht het was dat ik zomaar mocht 'ingrijpen' in deze zo kwetsbare miniatuurhuizen. Dat ik zomaar kastjes en kabinetten mocht openen om de anders onzichtbare inhoud te bekijken, dat ik 17de-eeuwse zijde met kwastjes en galonnen heb mogen 'hanteren', de volledig aangeklede poppen heb mogen bestuderen en de kunstig gevlochten manden van heel nabij heb mogen bewonderen. Dat ik zomaar de keuze heb mogen maken hoe na fotografie, beschrijving en soms noodzakelijke restauratie de soms meer dan 350 jaar oude kamertjes weer moesten worden ingericht.

Poppenhuis van Petronella de la Court Kunstkamer

Diverse makers, de kunstkamer in Het poppenhuis van Petronella de la Court, ca. 1670-90 | diverse materialen en afmetingen | Centraal Museum, Utrecht

Een ander bewaard gebleven poppenhuis behoorde toe aan Petronella de la Court, die een fervent kunstverzamelaar was. Heel toepasselijk dus, dat haar poppenhuis een imposante kunstkamer bevat. In het ladekastje, rechts van de schouw, zit een verzameling piepkleine stenen en mineralen

De werkelijkheid in het klein

Voor mij zijn de pronkpoppenhuizen vooral een uiterst belangrijke bron geweest voor onze kennis van het 17de- en 18de-eeuwse interieur. Bij het schrijven daarover heb ik verkleinwoorden als tafeltje, stoeltje, mandje altijd proberen te vermijden. De vervaardiging in miniatuur is zeker knap, 'kunstig', met technische hoogstandjes als het barnstenen kunstwerk met de Passie van Christus in ivoor uit de kunstkamer van het poppenhuis van Petronella de la Court. Belangrijker voor mij was dat de poppenhuizen objecten en gebruiken illustreerden die nauwelijks bekend waren. Hoe werd bijvoorbeeld een los kussen op een knopstoel vastgezet? Hoe stapelde men turf en houtblokken? Met welke onderdelen werd de hemel van een hemelbed verhoogd? Waarvoor diende een zwart wandbord in de keuken? Decoratieve schilderingen op wanden en deuren, zoals bladvoluten, guirlandes of levensgrote figuren, zijn nauwelijks nog ter plaatse bewaard gebleven. Zij zijn met evenveel vakmanschap op miniatuurvensterluiken geschilderd als de kunstschilder zijn miniatuurschilderij vervaardigde voor aan de wand.

Poppenhuis Petronella Oortman vensterluiken zonder

Maker(s) onbekend, vier miniatuurvensterluiken uit Het poppenhuis van Petronella Oortman, ca. 1686-1710 | olieverf op paneel, elk 13 x 9 cm | Rijksmuseum, Amsterdam

Indrukwekkend inkijkje

Of het nu een bezem, stoffer en borstel betreft of een zijden slaapkussen van het schoothondje, het poppenhuis blijft een onuitputtelijke bron van gegevens. Nergens komt het dagelijkse leven met alle huishoudelijke taken die daarbij horen zo aantrekkelijk voorbij. In de kleerzolders wordt het wasgoed behandeld, in de zaal maakt men muziek, in het kantoor zit de heer des huizes achter zijn bureau. Ik ben er tijdens het opruimen weer evenveel van onder de indruk als jaren terug. Zeker in de verontrustende situatie waarin de wereld op dit moment verkeert, biedt het weer bestuderen van de pronkpoppenhuizen een prima afleiding.

Poppenhuis van Petronella de la Court het comptoir

Diverse makers, het kantoor in Het poppenhuis van Petronella de la Court, ca, 1670-90 | diverse materialen en afmetingen | Centraal Museum, Utrecht

Ook het poppenhuishouden van Petronella de la Court moet ergens van bestaan. In deze kamer wordt het geld verdiend door haar echtgenoot Adam Oortmans - op de werktafel ligt een stempel met zijn initialen.

Gesteund

Het poppenhuis van Sara Ploos van Amstel-Rothé

Wist u dat het Frans Halsmuseum ook een pronkpoppenhuis heeft? Aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt in 1958.

Klik hier voor een inkijkje
Maxresdefault

De Australische miniatuurkunstenaar Joshua Smith (geb. 1975) maakt miniatuurversies van vervallen gebouwen. In deze video uit de tv-serie Makers who inspire (2016-19), vertelt hij hoe hij met zijn werk probeert de beschouwer anders te laten denken over schoonheid.

Bekijk ook

Boerderij te Blaricum van Co Breman

Boerderij te Blaricum
Breman boerderij te blaricum detail